“Dreams of Shikoku”
30-09-2023 tot 30-09 2024:
“Dreams of Shikoku” is een serie werken, geïnspireerd door de verhalen en legenden rondom de 88 tempel route op het Shikoku eiland in Japan.
De dromen vormen het uitgangspunt voor een nieuw kunst project in Japan.
Vanaf begin oktober 2023 publiceer ik op deze pagina regelmatig updates over ‘Dreams of Shikoku” (minimaal wekelijks).
“Dreams of Shikoku” bestaat uit een serie geschilderde mixed media werken geïnspireerd door de verhalen op deze Japanse pelgrimsroute.
De werken zijn deels onderweg gemaakt in acryl en getekend met pen.
Dit is het 45e en laatste deel van “Dreams of Shikoku/ 1”, voordat ik terugkeer na Japan.
Het is geschilderd en getekend op mixed media papier en stof.
14,8 x 21 cm.
Het uitdagende natuurgebied rondom de 45e tempel bestaat uit enorme kloven. Smalle wandelpaden en steile trappen leiden de wandelaar naar de hoger gelegen tempel.
De avond voor de klim naar de 45e tempel, delen pelgrims het avondmaal in de herberg. Gesprekken gaan vaak over het praktisch deel van de route. Welke mogelijkheden zijn er? Hoe is het weer de dag erna? Wat is er veilig en soms over wat er gemakkelijker is?
Welke route gaat ieder of de bus?
Een aantal pelgrims kiest voor het geasfalteerde pad. De route door het bos is zwaar, maar veilig, dus ik kies dit pad. De Japanse natuur is prachtig.
De smalheid van de bergpaadjes valt deels mee op het pad naar de tempel. Het is hier vooral betoverend mooi. Bergwanden, rotsblokken en een meanderende riviertje dat met mij meeloopt.
Er staan veel kleine heiligdommen naast het pad, kleine boeddha’s die mij met een vriendelijk zachte glimlach groeten. De zon door de dichtbegroeide bomen, die op de steile wanden hun grip hebben weten te behouden. De herfst die de bladeren al schildert in prachtige kleuren.
Hokke-Sennin loopt in gedachten een stukje met mij mee. Deze vrouwelijke kluizenaar wist honderden jaren geleden in dit woeste gebied te overleven.
Hoe dan?
Mijn aankomst bij het tempelterrein en de begroeting van iemand die werkt voor de tempel. De dag ervoor was een Japanse feestdag en de vrolijke sporen hiervan zijn nu nog zichtbaar.
Het tempelterrein zelf lijkt tussen de eigengereide gevormde natuur gepropt. De rotsen dwingen een eigen vorm af, met verschillende plateaus en tempelgebouwtjes her en der. De tempel zelf heeft een bijzondere plek, onderaan een steile bergwand, met uitzicht over het omringende landschap.
De lucht is blauw en ik weet dan nog niet dat mijn reis abrupt eindigt tijdens de afdaling.
Ik verheug me op de 43 tempels die op mij wachten. Toen, toen ik daar stond bij tempel 45, na wat een uitdagende klim was, en een prachtige aankomst. En nu ook nog, nu een terugkeer om het laatste deel van de route te ontdekken zo dichtbij is. In mijn hart ligt een verlangen naar het laatste deel van de reis, om de verhalen en legenden te ontdekken, te schilderen en hierover te schrijven.
Nu mijn lichaam aangeeft genezen te zijn en ik weer lange afstanden kan lopen, ga ik terug naar tempel 45. Alleen zal ik hetzelfde pad weer afdalen, waar ik vorig jaar viel, mijn enkel brak en ook mijn reis doormidden brak. 15 April, over 6 dagen, vertrek ik naar Japan. 17 April loop ik verder op het pad naar tempel 46 en vandaar nog verder tot en met, naar ik hoop, tempel 88.
Dreams of Shikoku deel 2 wacht op mij.
Shikoku roept en ik kom er bijna aan.
Dit is het 44e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op mixed media papier en natuurlijke materialen.
14,8 x 21 cm.
Een schildering en legende die zich afspeelt tussen tempel 43 en 44. Daihō-ji is niet alleen de naam van de 44e tempel. Het is ook de naam van een brug ergens tussen de 43e en 44e tempel.
Tijdens zijn tocht kan de bekende monnik Kōbō Daishi geen overnachtingsplek vinden. Hij is gedwongen onder een brug te slapen. Over deze overnachting schrijft hij de volgende go-eika:
“Men helpt geen reiziger in nood.
Deze ene nacht lijken er tien te zijn.”
Een go-eika is een kort, Japans gedicht, met een spirituele achtergrond. Het is verbonden met pelgrimage en bijzondere spirituele plaatsen en vertelt iets over het ontstaan of de kracht van deze plaats.
Een beeld van Kōbō Daishi bedekt met stenen dekens is nog steeds te vinden onder een brug. Het beeld wordt Nojuku Daishi genoemd: overnachten in de wilde natuur.Pelgrims wordt gevraagd niet met hun staf op welke brug dan ook te tikken tijdens hun tocht. Mocht de monnik daar liggen te slapen, dan wordt hij niet wakker.
Het onderwerp van de schildering is terug te vinden tussen de 43e en de 44e tempel. Midden in de natuur staat daar een huisje dat vanuit de verte tussen de verwilderde natuur doorschemert.
Dit is het 43e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd juten.
14,8 x 21 cm
Meisekiji of Ageishi-san wordt tempel 43 genoemd. Meisekiji betekent de tempel van de brillante steen. Ageishi-san betekent steen-optiltempel.
De laatste naam is geinspireerd door de legende over een jonge vrouw. Zij probeert in één nacht zoveel mogelijk stenen de berg op te dragen. Opeens kraait er een haan, en de vrouw denkt dat de nacht eindigt. Ze stopt met dragen en verdwijnt.
Het is geen haan, maar iemand die het geluid imiteert van een haan die kraait.
De jonge vrouw en haar legende blijven voortleven. “De beroemde kracht van Senju Kannon tilt gemakkelijk een enorme steen op” wordt er gezongen bij deze tempel.
De verdwenen vrouw is bekend als een van de gedaantes van de Senju Kannon Bosatsu, een Bodhisattva. Een hulpvaardige figuur met duizend armen.
De tempel is ook verbonden met een andere krachtige vrouw: Ike-no-zenni, een japanse non of priesteres. Na het overlijden van haar man, kiest zij honderden jaren geleden voor een ander, spiritueel pad. Het is dit pad waardoor Ike-no_Zenni bekend is geworden.
Dit is het 42e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd stof en mixed media papier
14,8 x 21 cm.
Op dit 42e tempelterrein ligt een bijzondere legende. Een vermoeide Kōbō Daishi ontmoet tijdens zijn tocht een oude man met een koe. Gelukkig kan de monnik zijn tocht vervolgen op de rug van het dier.
Zitten op de rug van de koe, ziet hij iets in een kamferboom hangen. Het is een Mani of Hōju juweel. Hij beseft dat dit het voorwerp is dat hij vanuit China naar Japan gooide.
Dit juweel heeft een bijzondere betekenis: het brengt geluk en verjaagd ongeluk en rampen. Kōbō Daishi gelooft dat de plaats waar deze steen in Japan is beland heilig is. Er komt natuurlijk een tempel en van het het hout van deze boom maakt hij een beeld waarin hij het juweel plaats
Op het tempelterrein staat een klein, open gebouw op hoge benen. Het hart van dit gebouwtje is gevuld met beeldjes van koeien. Een van de hoofdrolspelers in deze legende.
Dit is het 41e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd canvas.
12 x 10 cm.
Ryūkō-ji is de 41e tempel van het drakenlicht. De enigszins brute legende van deze tempel gaat over een draak en een koopman. Een koopman dommelt naast de rivier als er opeens een draak opduikt en hem aanvalt. Gelukkig draagt de koopman een zwaard. Dit zwaard glijdt uit en in eenzelfde beweging wipt het de ogen van de draak uit zijn kassen. Een bijzondere toevallige beweging. En handig voor de koopman, in deze situatie.
De drakenogen hebben een diameter van 10 centimeter. Zij kijken mij misschien na, vanuit hun heiligdom op het tempelterrein, als ik na mijn bezoek weer vertrek.
Het oog van de schilder vangt een bijzonder uitzicht. Vanuit de hoogte verstild zich een beeld. Een compositie van bergen in de verte, met daarvoor een groepje gebouwtjes dat dicht bij elkaar in een van de flanken schuilt, beschermd door hoge bomen.
Japanse vergezichten zijn afwisselend en steeds anders, soms vlak en uitgestrekt als een Fries weiland met veel water en zonder eind, dan weer oceaan blauw, woest en her en der een eenzame boom op een onmogelijk rots belandt, soms bergachtig en Japanse miniatuur gevormde huisjes met gebogen daken her en der verspreid.
Dit soort uitzichten zijn geschenken tijdens lange wandeldagen, met iedere dag weer iets nieuws om te ontdekken en steeds verrassend.
Dankbaar daar te zijn en nu ik in Nederland de herinneringen schilder, weer even terug te zijn. Daar weer te lopen, in mijn witte pelgrims jas,versierd met een patroon van modderspatten en her en der een zoute zweetdruppel. Alleen met slechts met mijn rugzak.
Soms roept Shikoku om mijn terugkeer en wakkert het verlangen om het laatste deel van de route te volbrengen. 43 tempels en 400 kilometer en een hoofd vol verhalen over deze laatste reeks tempels wachten daar om ontdekt te worden. Mijn hoofd loopt nu al vol Delfts blauwe ideeën over ook dit te schilderen laatste deel.
Japan wacht geduldig, nu ik de laatste verhalen van de 45 tempels in Delfts Blauw vang en mijn lichaam ervoor kiest om zijn eigen plan te trekken.
Ik ben geduldig, wetend dat ik terugkeer, zeer binnenkort….
Dit is het 40e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op crème kleurig papier. 14,8 x 21 cm.
De 88 pelgrimsroute bestaat uit 4 fasen. De 40e tempel markeert het derde deel van de route: verlichting. Na een eerste fase van ontwaking en de tweede van de discipline is uiteindelijk het licht voor de wandelaar aangegaan.
De 40e tempel is tevens een ura-sekishio, één van de 4 tempels op de route waar de bezoeker spiritueel wordt getest.
Rondom een van de tempelgebouwen ligt het zand van elk van de 88 tempelterreinen begraven onder langwerpige tegels, met voor iedere tempel een eigen steen. De tegels vormen samen een miniatuur 88-tempel route rondom de tempel.
Een aardige en verrassend jonge boeddhistische priester wijst mij de weg naar deze tegels. Dit nadat ik het hele terrein heb bestudeerd, maar natuurlijk de Japanse karakters niet herken.
Een aanvullend ritueel is mogelijk, maar naar ik hoop optioneel.
Mijn geduld heeft mij, zo aan het begin van de verlichte fase, verlaten om pas later weer terug te keren.
Meerdere jonge boeddhistische priesters heb ik bij de tempels al ontmoet. Het is verrassend mensen te ontmoeten die al op zo’n jonge leeftijd voor een religieus leven hebben gekozen. Daar waar in Nederland veel kloosters en kerken vooral dunner bevolkt lijken, met een steeds ouder wordende generatie.
Het tempelterrein met bijbehorende tuin is vol verrassende en mooie plekjes. Bijzondere composities van gebouwen, beelden en bijbehorend groen. Het bord van de vrolijke pelgrim en hondje, zoals in de schildering te zien, is een terugkerend element bij alle tempels. Jeugdig, lijkt de kleine pelgrim, vanuit het heden geplukt en op het eeuwenoude verleden te zien neergeploft.
Op de achtergrond een bos met hoge bomen en een klein gebouw op hoge benen, deels afgeschermd door een witte voorhang
Aankondiging “Dreams of Shikoku / deel 2”
Terugkeer naar Shikoku/ Japan op 15 april 2024!
Voor het tweede deel van de 88 tempelroute.
43 Verhalen en legendes wachten bij het tweede deel van de 88 tempelroute.
Nu, na 5 maanden herstel van mijn gebroken enkel, kan ik weer terug om deze legenden te ontdekken. Aansluitend zal ik dit jaar doorgaan met de serie verhalen en Delfts blauwe schilderingen van “Dreams of Shikoku” tot en met tempel 88!
Delftsblauwe dromen uit “Dreams of Shikoku/ deel 1”
Dit is het 39e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op mixed media papier.
6,6 x 8,6 cm.
Aankomst bij de 39e tempel. Door de poort betreed ik het tempelterrein, waar een schildpad op mij af komt. Hij is op weg naar de vijver op het tempelterrein.
Een vriendelijke mevrouw stempelt en kalligrafeert later mijn pelgrimspaspoort in het stempelhuisje. We maken een improvisorisch praatje in half Japans en Engels. Zij vertelt mij dat er twee schildpadden op het terrein leven. Eind oktober zijn ze in winterslaap, maar mogelijk dat ze af en toe nog een uitstapje maken in de warme nazomerzon.
Deze 39e tempel staat op de rode schildpad berg. De oorspronkelijke tempelklok werd volgens de legende door een rode schildpad naar de tempel gebracht.
Het dier komt uit de zee, met de klok op zijn rug, en hop de berg op. Vanzelfsprekend kreeg deze schildpad een plek in de vijver bij de tempel. De schildpad op het terrein is misschien een nakomeling?
De oorspronkelijke tempelklok is nu een Very Important National Treasure en onderdeel van de collectie in het Tokyo Museum.
De koperen klok is bijna een halve meter hoog en weegt 7,5 kilo.
Op de tempel gronden staat een stenen beeld van deze schildpad met de klok op zijn rug.
Hij luidt de volgende, trage fase in van deze tocht.
Op momenten dat ik mezelf als een schildpad door het leven beweeg, denk ik even aan dit dier bij de tempel. De schildpad neemt zijn tijd om van A naar B te komen. Een gekozen pad heeft soms zijn eigen tijd nodig, het is niet erg.
Dit is het 38e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op donker, crèmekleurig papier.
16,6 x 9,3 cm
Tengu’s neus
Meer dan 80 kilometer ligt er tussen de 37e en de 38e tempel. Daar waar er in stedelijk gebied meerdere tempels dicht bij elkaar liggen, strekken de dagen op het platteland meer naar het westen toe.
Er zijn meerdere routes van de 37e naar de 38e tempel: langs de kust, in het binnenland, door de bergen. Allen onderscheidend in aantal kilometers en landschap en allen aantrekkelijk op verschillende manieren. Na dagen langs de oceaan, kies ik voor een oude liefde: de bergen.
Dit is bevreemdend, een kilometers lange, geasfalteerde en goed onderhouden weg loopt omhoog de bergen in. De rust is oorverdovend en stil, na dagen tussen de oceaankust en de weg met voortrazend verkeer. Slechts één auto passeert mij gedurende de hele dag.
Er zijn vergezichten, van vele lagen bergen achter elkaar. En de klim is geleidelijk, maar wel steeds hoger en hoger. Achter mijn rug ontstaat meer diepte.
Vogels, het ruisen van de bladeren als de wind aankondigt dat het hoogste punt op de berg bijna is bereikt.
Plotseling brekende takjes vanuit het struikgewas aan de overkant verbreken de rust.
Een wildplasser, Japans hert of een aap? Het is iets groots dat daar beweegt.
Ik zie geen rugzak langs de weg, geen wildplasser dus, en mijn nieuwsgierigheid brengt mij dichter bij.
Het breken gaat door en nu ook een brul. Dat is geen Japans hert. Het klinkt als een beer, wolf of hond. In ieder geval is het wezen niet blij met mijn nadering.
Voorzichtig trek ik me terug en loop ik achteruit, voorzichtig al kijk ik naar een hooggelegen plek of boom…
Unheimlich loop ik verder. Het wezen komt mij niet achterna.
Kilometers verder is er een plaats om te schilderen, nog steeds in de natuur. Gedachten komen voorbij, een glimlach.
Was het een Tengu die de rust verstoorde?
Aangekomen bij de kust is er een baai die Tengu’s neus wordt genoemd. Een priester genaamd En no Gyoja verdrijft in de 7e eeuw hier een rondzwervende Tengu.
In de 7e eeuw staat de Tengu bekend als een eng wezen. Je kunt het vergelijken met de demonen in het middeleeuwse Europa. Een tijd waar hier het geloof met ijzeren hand regeert. en vooruitzichten pf hemel of hel.
Tegenwoordig is de Tengu in Japan bekend als een mythologisch wezen met faunachtige streken, zoals het plagen van reizigers.
Eerder komisch dan eng.
Het zicht op Tengu’s neus en de 39e tempel is beschermd gebied. In deze schildering is het tempelterrein bij de 38e tempel te zien. Met onder andere een grote vijver en verschillende bouwwerken in de achtergrond.
Dit is het 37e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op handgeschept papier uit de Himalaya, Taktshang genoemd.
7,33 x 10,6 cm.
Na een bijzondere 40 kilometer dag arriveer ik bij de 37e tempel van het eeuwigdurende geluk.
De poort naar het tempelterrein is vrolijk en draagt teksten op zijn traptreden.
Het tempelterrein met zijn kleurige gebouwen heeft een hippie-achtige vibe.
Hier mag ik de nacht doorbrengen in het gastenverblijf.
In de planning stond die dag eigenlijk een etappe van 35 km. Het is moeilijk een overnachtingsplek te vinden op dit deel van de route. De keuze is dus tussen 35 of 12 km..
Desalniettemin, ik heb de lange dagetappe goed voorbereid en na een woelige nacht ga ik ’s ochtends op pad. Het wordt een vreemde, mooie en uitdagende dag.
Net voor het bos begroet mij de eerste slang. Hij is groot, bang en kronkelt weg tot onder een pak donkere herfstbladeren, ver van het wandelpad.
In totaal vijf slangen begroeten mij die dag, van groot naar klein.
Ik dwaal in het Japanse bos en geniet van het landschap, het rotsachtige gebied en her en der de zon die door de bomen naar mij glimlacht. Het pad wordt echter steeds minder pad, wilder en vager en als ik op mijn buik schuin tegen een helling onder een boom doorkruip, is het duidelijk.
Dit klopt niet. Het pad klopt niet.
Op zo’n moment, alleen in het bos, is het belangrijk om rustig te blijven. Dat is het allerbelangrijkste. Want alleen en in paniek kun je niet meer nadenken.
Op iedere grote wandeltocht die ik maak is er één dag zoals deze.
Tijdens deze grote wandeltocht worden dat er twee…
Ik besluit terug te keren, de nauwelijks zichtbare route te traceren, tot het punt waarop een ander pad kruist, ik moet ergens een verkeerde keuze hebben gemaakt.
Uiteindelijk heeft misschien de wind een zwiep gegeven aan een bewegwijzering.
Ik stap van het verkeerde pad af op het juiste, op weg naar de tempel.
Er zijn wat kilometers bij gekomen die dag. Dat is niet erg, als ik maar op tijd bij de tempel ben, om nog binnen te kunnen komen voor een slaapplek.
De vrolijke poort en de unieke welkomsteksten op de traptreden naar het tempelterrein zijn extra fijn.
Het schemert bij een net-op-tijd-aankomst, vrolijke lampjes verlichten het hele terrein.
Dankbaarheid, na een gehaaste douche en in kimono aan te kunnen schuiven aan een lange tafel met een heerlijke Japans maal, een biertje, gesprekken met een aantal bekenden.
Een warm bed met warme dekens in een kamer met rijstpapieren muren.
Wat fijn.
De dag erna begint heel vroeg, met een ceremonie en opzwepende drum in de tempel.
Het plafond is versierd met talloze cassetten met verschillende voorstellingen.
Dit is de enige van de zeven gelukzalige tempels die er nog is. 6 tempels zijn door brand verwoest. Al deze gelukzaligheid lijkt zich in het plafond van deze tempel te hebben verzameld!
Een inspirerend begin van de dag.
Dit is het 36e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op handgeschept papier, gemaakt van gerecycled katoen.
14,8 x 10,6 cm.
Als Kōbō Daishi China bezoekt, gooit hij van daaruit een vajra naar Japan. Deze vajra vliegt onder een paarse wolk hoog in de lucht en weet Japan te bereiken.
De vajra is een voorwerp met een bijzondere spirituele betekenis, onder andere in het boeddhisme.
Wanneer Kōbō Daishi terugkeert naar Japan vindt hij de vajra terug in de takken van een oude pijnboom.
De monnik ziet dit als een teken en bouwt een tempel voor deze boom.
Bij mijn bezoek aan deze tempel, hangen de takken van een grote boom voor het tempelgebouw. Er hangt geen vajra in de boom.
Lang leve de creatieve vrijheid zaken in en uit te kunnen schilderen en naar eigen interpretatie weer te geven. In de takken van de Delfts blauwe boom in de schildering hangt wél een vajra
In de schildering staat een pelgrim voor een kleine metalen kast. Deze staan op verschillende plaatsen op het tempelterrein. Gebruikelijk is het dat pelgrims bij drie van deze kasten een kleine kaars aansteken en deze in de kast plaatsen.
In de buurt van de kasten, wordt wierook aangestoken en vergezeld van bijpassende rituelen in een enorme wierookpot geplaatst.
Dat zijn bij het verlaten van deze tempel in totaal al 108 wierookstaafjes en 108 kaarsjes.
Dag Shōryū-ji oftewel tempel 36. Bedankt voor jouw ontvangst met uitzicht op het ontoegankelijke bos en klaterende waterval.
Dit is het 35e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd linnen.
14,8 x 21 cm.
Er bestaan meerdere verhalen en legenden over Kiyotakiji, de 35e tempel.
Na een zeven-daagse training van Kōbō Daishi dichtbij de tempel, ontspringt er een bron met zuiver water. In de vorm van een waterval loopt het water langs de berg naar beneden. Op deze manier blijft de vallei vruchtbaar.
De 35e tempel is genoemd naar de waterval.
Een tweede legende gaat over een diep bos met de naam Irazu-no-yama.
In dit vrij ontoegankelijke bos bouwt zo’n 1200 jaar geleden, de reiziger Shinnyo een pagode. Daarnaast schenkt hij de pagode de de volgende woorden: Als ik sterf in India, komt mijn ziel zeker terug naar Japan. Ook al zal mijn lichaam daar vergaan. Mijn ziel zal voor eeuwig onder deze pagode verblijven als bewaker van deze tempel. Vele zielen zullen door mij gered worden als ze na hun overlijden naar het Zuivere land gaan.
Het ontoegankelijke bos en de pagode staan op een berg. De naam van het bos Irazu-no-yama betekent een berg waar niemand op kan.
In 1973 kiest de hoofdpriester van de deze tempel er dus ook voor om niet dit diepe, moeilijk begaanbare bos in te gaan voor een gebed bij de pagode, maar te bidden aan de voet van de berg.
Dit is het 34e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op papier met stukjes natuur van de Middelste Molen.
6,6 x 10 cm.
Op de tweede foto een Delfts blauwe werkplek met een rood accent.
Tanema-ji, is de 34e Tempel van het zaaien van zaden. Deze naam verwijst naar een van de verhalen over Kōbō Daishi. Na zijn terugkomst uit China neemt deze monnik 5 soorten graan mee. Deze zaait hij in de grond bij de tempel.
De tempel is ook op een andere manier verbonden met vruchtbaarheid. Een bezoek van zwangere pelgrims zou hen helpen bij hun toekomstige bevalling.
De zwangere pelgrims nemen lepels mee naar deze tempel.
Drie dagen blijft haar lepel dan bij de tempel en drie dagen duurt het gebed van de zwangere vrouw.
Na deze periode gaat de bodem uit de lepel en neemt ze de lepel mee terug naar huis.
Dit ritueel symboliseert de hoop dat de baby net zo soepel komt, als het water door een bodemloze lepel gaat.
De pelgrim bewaart deze lepel thuis in een tokonoma. Dit is een nis in huis, met een aantal bijzondere voorwerpen.
Als de bevalling inderdaad soepel verloopt, volgt er opnieuw een bezoek aan de tempel, met de bodemloze lepel, om dank te betuigen.
Als de bevalling niet soepel verloopt weet ik niet wat er met de lepel gebeurt.
Bij het bezoek aan de tempelterrein is er een klein heiligdom, zonder muren. Het grote beeld in het midden wordt aan drie zijdes omringd door een groot aantal open lepels.
In deze kleine schildering scheidt een bodemloze lepel het donker van het licht.
Dit is het 33e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd papier en skeletblad.
14,8 x 21 cm.
De legende gaat over priester Geppō, die enkele honderden jaren geleden een slaapplaats zoekt. Hij vindt een plek in de toen verlaten 33e tempel.
Tijdens zijn overnachting wordt hij ‘s-nachts gewekt door een stem die mompelt: “Mizu mo ukiyo o itou tokorokana”Geppō kent de betekenis en de herkomst. Dit is de laatste zin van een gedicht.
Hij draagt de eerste zin voor: “Sumizonme o araeba nami mo koromo kite”.
Nadat hij het gedicht heeft voorgedragen, verdwijnt de stem.
Geppō denkt dat de stem afkomstig was van een geest, een overledene, die niet verder kon op zijn doorreis, omdat hij het begin van het gedicht vergat.
Vrij vertaald betekent het gedicht:
“Mijn zwarte, boeddhistische kleed was ik in het stromende water,
Al snel draagt de golf het.
Ik wens niet meer te leven in deze wereld vol problemen.”
In deze schildering veel donker en licht. Het donkere kleed van de monnik wordt meegenomen in de deiningen van het donkere water.
Een legende van donker naar licht.
Dit is het 32e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op ruw en geprepareerd juten.
14,8 x 21 cm.
Al laat op de dag arriveer ik bij Zenjibuji: de tempel met de vuurtoren. De lucht schemert, maar de poort is nog open.
Een andere pelgrim, een Spanjaard, is ook laat nog op pad. Wij zijn elkaar vaker tegengekomen op het pad. Deze kunstenaar tekent zijn werken met inkt en naald op levend canvas.
Later op de dag delen we een maaltijd in de nabijgelegen stad, rauwe vis, Japanse pannenkoek, een gesprek over Japanse cultuur, lange afstandswandelingen en enkele glazen Asahi dry, Japans bier.
Daarna komen we elkaar nooit meer tegen, zoals dat soms gaat onderweg.
Op een heuvel, nabij de kust, met een weids zicht van Tosa baai tot Ashizuri in het oosten staat Zenjibuji, de 32e tempel.
De tempel staat in een gebied waar het maritieme leven belangrijk is en dus ook de veiligheid van opvarenden en schepen. Het beeld van de tempel god is Kanzeon Bosatsu, een beeld met 11 gezichten. Het is gewijd aan de veiligheid voor schepen. De tempel zelf is ook niet altijd veilig geweest. De typhoon Muroto neemt in 1934 het dak mee.
Op dit tempelterrein vindt de bezoeker Shio no senman-iwa. De Japanse naam voor een groep bijzondere rotsen met een contrasterende zwart – wit tekening. Op de rotsen staat een klein heiligdom. De bijzonder gevormde rotspartij lijkt rechtstreeks uit de zee te zijn getild, een golf die een tempelgebouwtje draagt. Nu in een Delfts blauwe interpretatie op het ruwe juten neergezet
Dit is het 31e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op papier van de Middelste Molen. De textuur van dit papier is gevormd door het verdriet van de molenaar
14,8 x 21 cm.
De tranen van de molenaar creëren een bijzondere structuur in dit papier, dat molenaars verdriet wordt genoemd.
Er valt een gat in het papier tijdens het bezoek aan deze populaire en iconische tempel.
Net voor aankomst bij deze 31e tempel, leidt het pelgrimspad mij door een grote en bijzondere botanische tuin. Overal staan bordjes met namen van plantensoorten. Talloze bezoekers dwalen tussen de exotische planten en voeren enthousiaste gesprekken.
Ik verdwaal bij de zoektocht naar een uitgang uit deze wereld.
De nabij gelegen 31e tempel is beroemd. Het is de eerste keer dat ik zie hoe een enorm aantal bezoekers als mieren in een mierenhoop het tempelterrein vullen. Busladingen met Japanners en Canadezen zijn voor de tempelpoort gedropt en zoeken nu in Oeh en Ah hun weg tussen enkele rituelen en de indrukwekkende gebouwen. Hun blousen zijn bont, hun hoofden bedekt tegen de warme zon. Hier en daar staat een gids met een bordje en een roep om het groepje losgelaten toeristen te bij elkaar te houden. Op plaatsen wordt uitleg gegeven in Japans of Engels.
Ze wijken voor de enkele in wit gehulde pelgrims die bij hun ritueel proberen te komen. De lucht is gevuld met rook van de vele wierookstokjes en kaarsen.
Het is vreemd hier te zijn.
Zwetend, wit, stil en anders dan de bontgekleurde menigte.
De beroemde tempel, die uit meerdere lagen bestaat, kijkt toe, rechts in de schildering.Er mist iets in deze schildering op papier. Er ontbreekt een kleine schildering, die in de toekomst het hart van de molenaar vult.
Dit een andere keer.
Dit is het 30e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op papier van de Middelste Molen. In dit papier zijn verschillende natuurlijke materialen verwerkt.
14,8 x 21 cm.
Op pad van de 29e naar de 30e tempel, neem ik een omweg om kasteel Okō te zoeken. Of eigenlijk, wat er nog rest van dit kasteel.
In de 16e eeuw is kasteel Okō het hoofdkwartier van Chōsokabe Motochika.
Deze bekende Daimyō staat bekend als degene die Shikoku verenigde, vanuit dit kasteel dus.
Er is niet meer zoveel van over, uitgezonderd wat markeringen, die aangeven waar het kasteel stond.
Een kronkelpad leidt naar boven, tot op de heuvel.
Het pad wordt gemarkeerd door borden met waarschuwingen tegen giftige slangen, afgewisseld met borden met de monsterwesp.
Een van de slangen schiet voor mijn voeten tussen de grote stenen op het pad uit de weg. Het voordeel van veel slangensoorten is dat ze graag het pad vrijmaken als ze je aan horen komen.
Boven op de heuvel aangekomen sta ik waar ook de beroemde Daimyō meer dan 400 jaar geleden stond. Het uitzicht over de omgeving draagt mijn blik tot ver. Strategisch handig is deze plaats ongetwijfeld, maar ook mooi.
Als ik mij omdraai duikt een bevreemdend heiligdom half weg achter de bosjes. Verwilderd en deels begroeid staat het daar, met lege twee flessen drank als herinnering aan een eerder, ander bezoek.
Nog even sta ik stil, in gedachten en dan begin ik aan de afdaling.
Een update vanuit een Delfts blauwe droom over Japan.
Deel 2 van “Dreams of Shikoku” gaat dit jaar van start op 15 april of 10 oktober in Shikoku, Japan. De startdatum is afhankelijk van hoe snel mijn enkel voldoende hersteld is om weer lange afstanden te kunnen lopen.
De schilderingen en verhalen van “Dreams of Shikoku” gaan de komende tijd door, tot en met tempel 45!
In deel 2 vervolg ik de 88-tempel route en begin ik in Japan met de eerste schilderingen, uit de tweede reeks van 43.
Updates volgen!
Dit is het 29e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op papier.
7.3 bij 10 cm.
Bij tempel 29 is een specialist aan het werk, hoog boven de grond, op een windstille dag. De specialist staat op de hoogste ladder die ik ooit bij een boom heb zien staan. Een oude man met gekromde rug, staat op de hoogste treden van de ladder, bij een handgeknipte boom.
Hoger dan de dakrand van de tempel staat hij, net in de schaduw van een warme dag. Zijn handen, beschermd in handschoenen, knippen met decennialange ervaring de takjes in rust.
Hij luistert alleen naar de boom, terwijl hij opgaat in zijn taak.
Op het tempelterrein met zijn hoge, oude bomen, is de tijd stil blijven staan sinds de 8e eeuw. Er heerste een gepaste stilte en rust voor het oude gebed voor wereldwijde vrede, geluk en welvaart voor iedereen.
In de 16e eeuw is de originele tempel deels door brand verwoest. Maar van de originele tempel hebben de funderingen en pannen een nieuwe plaats gekregen in het jongere bouwwerk.
De in vorm gesnoeide boom schenkt verkoeling aan de tempel. De oude man zorgt ervoor dat geen van zijn takjes op het het eeuwenoude tempeldak vallen. Dit dak is bedekt met Sawara, de Japanse Cipres. De stukjes cipres zijn in een bijzondere Japanse dakpannen techniek gelegd, Kokera-buki genoemd.
De Cipres is herkenbaar door zijn puntige conische top. Deze steeds-groen-blijvende-boom is in Japan inheems.
Hij is ook bekend door zijn zuilvormige familieleden die in Toscane, als uitroeptekens de uitgestrekte heuvels doorbreken.
De keizer heeft de tempel de titel geschonken van Keizerlijke plaats van aanbidding.
Dit is het 28e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op geprepareerd textiel.
14,8 x 21 cm.
Dainichiji de 28e tempel is gewijd aan de Dainichi-nyorai, de oprichter van het Shingon.
Het 28e verhaal gaat over een kamferboom. In een van de boeken hierover lees ik dat Kōbō Daichi met zijn nagels een reliëf snijdt in deze kamferboom. Het stuk rondom de boom verklaart hij tot okunoin, een heiligdom.
In 1868 waait de boom helaas om.
Het met nagels gecreëerde reliëf wordt verplaatst naar een apart heiligdom op de plaats waar de boom stond.
De kamferboom komt voor in het zuiden van Japan en kan tot meer dan 50 meter hoog worden. Onder de juiste omstandigheden bewierookt hij zichzelf en verspreidt zijn eigen geur. Veel kamferbomen zijn heilig verklaard en worden vereerd.
Er bestaan veel Japanse legenden rondom kamferbomen. Zo zou de boomgeest van deze kamferboom mee zijn verhuisd naar het kleine heiligdom in deze schildering.
Op korte afstand van de tempel staat het heiligdom nu op een rustige plek in het bos. Ook vandaag nog, zijn er pelgrims die geloven in de geneeskrachtige werking van dit heiligdom, met name voor het bovenlichaam en het hoofd.
Dit is het 27e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”.
Het is geschilderd en getekend op geprepareerd canvas
9,2 x 6 cm.
De 27e tempel heeft een van de mooiste tuinen van de 88 tempels te hebben.
De paradijselijke tuin kan slechts bereikt worden via een steil en lastig pad naar boven. De tempel staat bekend als de moeilijkste om te bereiken op de route. De aankomst bij de tempel voor de God van de bergtop, is bijzonder.
De hooggelegen tempel wordt opgetild door een paradijselijke tuin. Na de tempelrituelen is het een geschenk om uit te rusten in deze prachtige omgeving.
Bij de tempel is een Bussoku-seki te vinden. Een steen met een reliëf van een grote voetafdruk, die van Boeddha, zo wordt verteld.
Als de pelgrim met zijn handpalm de voetafdruk raakt en met zijn andere hand een pijnlijke plaats op zijn lichaam, heeft de steen volgens de legende een genezende werking.
Ook pijnvrij voelt het bijzonder even contact te maken met de Boeddhistische steen.
Een aanraking met de steen zou ook wensen vervullen.
De tempel staat bekend als een Sekisho, van vroeger uit een controlepunt tussen provincies, waar reispapieren worden gecontroleerd. Op deze route is de Sekisho een spiritueel checkpunt, waarna alleen de pelgrim met het pure hart verder mag reizen.De weerspiegeling in de waterput bij tempel 19 is de eerste Sekisho, dit is de tweede.
Na tempel 27 zullen er nog 2 sekisho’s volgen.
Dit is het 26e deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op mixed media papier, geprepareerd met gedroogd blad.
14,8 x 21 cm.
De Tengu.
Op dit 26e tempelterrein zijn vele sporen te vinden van mythologische wezens die in dromen over het tempelterrein dwalen. Beelden en reliëfs en vreemd gevormde natuurlijke materialen illustreren deze fantasierijke oosterse wereld.
De tempel ligt op een bergtop aan de baai Ashizuri. Op deze plaats boven op de berg leefde volgens de verhalen ooit de mythologische Tengu.
Al in de 6e eeuw is de Tengu al bekend als een bergdemon. Het is een bovennatuurlijke wezen dat in verschillende vormen voorkomt: dierlijk en menselijk, als monnik, non of zelfs Boeddha.
In de gedaante van Boeddha verschijnt hij om boeddhisten van het gelovige pad af te helpen. Als dat lukt worden ze door hem aan de toppen van bomen geknoopt en veranderen ze soms zelfs ook in een Tengu.
De Tengu die op deze bergtop leeft, verschijnt in de gedaante van een vliegende kluizenaar.
Hij leeft hier al 100 jaar als hij na een discussie met de welbekende monnik wordt verjaagd.
“Kom niet terug op deze plaats zolang ik leef.” vertelt de monnik de Tengu, voordat deze wegvliegt. De monnik Kōbō Daishi laat vervolgens een beeld van zichzelf achter. Dit doet hij bij veel tempels op de route. Echter bij deze tempel is het specifiek om te voorkomen dat de Tengu terugkeert.
De Tengu in deze schildering is slechts in een droom gepasseerd, niet tijdens een wandeling op een Japanse bergtop.
Dit is het 25e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op mixed media papier gewikkeld en geprepareerd in stof.
14,8 x 21 cm.
Shinshō-ji, de 25e, de tempel van de lichtgevende zeehaven.
De zeehaven van Murotsu is in de 17e eeuw aangelegd. Volgens de legende is dit te danken aan de dood van Ichiki Gonbei.
Een grote rots blokkeerde de ingang naar deze haven. Ichiki ging in gebed voor de zeegod met het verzoek deze rots te vernietigen. In ruil hiervoor beloofde hij zijn leven op te offeren.
Toen de haven klaar was zou Ichiki zijn belofte hebben ingelost…Een deel van deze rots is terug te vinden op het tempelterrein.
Een hoge trap leidt bezoekers door een bijzondere tempelpoort, naar het tempelterrein. De trap wordt beschermd door een stenen muur en groene struiken en bomen. Tijdens de klim begeleidt het groen de bezoekers naar een steeds rustigere plaats, op het tempelterrein.
Dit is het 24e deel in de serie “Dreams of Shikoku”.
Het is geschilderd en getekend op mixed media papier gewikkeld en geprepareerd in stof.
14,8 x 21 cm.
Op de schildering is een plaats te zien in de buurt van de 24e tempel. Het is een donkere, enigszins claustrofobie opwekkende grot dicht bij de oceaan. Deze grot draagt de naam Mikura-dō. Het was de verblijfplaats van de legendarische monnik.
Dat heeft hij honderden jaren geleden goed uitgezocht, want dit is een bijzonder deel van het eiland, met meerdere grotten en rotspartijen. Hier en daar staat een solitaire, esthetisch verantwoorde en mooi gepositioneerde boom, vergezeld door een woest brullende oceaan, die zijn verwijten tegen de rotskust van de oceaan smijt.
Volgens de legende is het in deze grot dat een ster in de mond van Kōbō Daishi vliegt. Hij besefte dat dit een heilige plaats is. Hier bereikt hij verlichting en verandert zijn naam in Kūkai, zoals hij ook nu nog genoemd wordt.
De grot is toegankelijk voor het publiek, evenals de nabijgelegen oceaankust.
Dit laatste is inclusief weerbarstige rotspartijen en een gratis concert van woest brullende golven van wat de Stille Oceaan wordt genoemd.
De schildering is gemaakt op een grof gedrapeerde en geprepareerde stof.
Dit is het 23e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op mixed media papier.
14,8 x 21 cm.
Een aantal mooie verhalen zijn verbonden aan deze tempel, die het ongeluk zou kunnen keren.
De trap in deze schildering leidt naar Yakuōji, de 23e tempel.
Ongeluk gekoppeld aan leeftijd, is het thema van deze tempel.
Er is een trap met 42 treden voor mannen en een trap met 33 treden voor vrouwen. Het aantal treden verwijst naar de ongeluk brengende leeftijd van de pelgrim. Voor iedereen zou een leeftijd van 51 en 61 ongeluk betekenen. Voor vrouwen ook de 19, 30, 33 en 37. Voor mannen: 41, 42, en 52.
Gelukkig: met het beklimmen van de respectievelijke trap en het uitvoeren van een aantal rituelen, het luiden van de tempelklok, een voor ieder levensjaar, kan het ongeluk worden gekeerd
Terwijl ik de trap van deze tempel beklim heb ik een andere leeftijd. Als ik terugkeer voor het laatste deel van mijn pelgrimage, hoe is dat dan?
Er is naast dit numeriek thema, nog een ander, bijzonder verhaal dat over deze tempel wordt verteld.
De Japanse houten tempels zijn geen eeuwig leven beschoren. In 1188 breekt ook bij de 23e tempel brand uit.
In de verte ziet de bevolking het houten tempelbeeld wegvliegen, hoog naar de berg Tamazushi, weg van het vuur. Later wordt de tempel opnieuw gebouwd en er komt ook een nieuw beeld. Echter…het oude beeld vliegt terug!
Beiden krijgen een plaats op het tempelterrein, met hun ruggen naar elkaar toe.
De 88 tempelroute bestaat uit vier delen of fasen voor de pelgrim. Deze schildering vormt de afsluiting van het eerste deel, tempel 1 tot en met 23: Het ontwaken.
Dit is het 22e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op verhard en geprepareerd vlieseline.
14,8 x 21 cm.
De 22e van de 88 tempels is Byōdō-ji, de tempel van gelijkwaardigheid.
De monnik Kōbō Daishi zoekt bij deze tempel opnieuw naar water. Hij graaft met zijn staf in de aarde. Hier vindt hij een bron met melkachtig, wit water, waarin hij een bad neemt.
Voor diegenen die dit na hem doen: de bron schijnt een genezende werking te hebben, met name voor de benen, dus dat is wel handig dan voor de wandelende pelgrim.
Dit alles is te vinden op de berg Hakusuizan oftewel de berg van het witte water.
Op de schildering voeren de treden naar de hoger gelegen toegangspoort naar het tempelterrein. Links van de poort staat een enigszins op hol geslagen boom naast een stenen muurtje.
Dit is het 21e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd canvas uit Matsuyama, Japan
14,8 x 21 cm.
Tairyūji is de 21e tempel. De naam Tairyūji betekent de tempel van de grote draak.
Een smal en steil bergpad van 1800 meter voert vastberaden wandelaars naar een hoogte van zo’n 600 meter, op de berg Kōya.
Op het tempelterrein staan vele oude tempelgebouwen, omringd door cederbomen. Een van hen, de Goma hal, is versierd met houten reliëfs. Hoog, aan de buitenzijde, beschermd door de dakrand, zijn hier een aantal van de verhalen en legenden rondom de 88 tempels te zien.
Een van de uit hout gesneden figuren is van een vrouwelijke duiker. Zij draagt een opgeheven mes en een van de schatten die ze vindt. Haar verhaal is iets om naar uit te kijken tegen het einde van de serie, bij tempel 86.
Een andere houten figuur is de draak, hij is op verschillende plaatsen te zien, zowel in hout als in verf. Naar dit mythologische wezen is het gebied vernoemd.
In de legende die bij deze tempel hoort wordt verhaald hoe de eerste Japanse keizer deze plaats bezoekt. Tijdens dit bezoek, verschijnt aan hem een wonderbaarlijke gedaante, bewaakt door een grote draak.
In deze 21e schildering heeft de draak zijn lichaam om de treden en hooggelegen tempel gedraaid. De enorme draak beschermt met zijn lichaam het tempelgebouw en de toegang.
Zij die hier kwaad willen berokkenen zullen door zijn vurige adem worden verkoold.
Iedereen de beste wensen voor 2024, met veel creativiteit, dromen (al dan niet in Delfts blauw) en sprankjes hoop!
Na de aardbeving en tsunami, die 1 januari het midden van Japan raken, ben ik in gedachten weer even terug, bij deze vriendelijk mensen.
Dit is het 20e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op geprepareerd linnen.
8,5 x 15,2 cm.
Kakurinji is de tempel van het kraanvogelbos. Het is een van de weinige houten tempels op de 88 tempelroute die de branden van de afgelopen 1000 jaar heeft overleefd.
De hooggelegen tempel kan gemakkelijker door kraanvogels, dan door wandelende pelgrims worden bereikt.
Een steil pad genaamd Munatsuki haccho leidt naar de tempel boven. Vrij vertaald betekent de naam van het pad: Het–800-meter-steken-in-de borst-pad…
Ik lach als ik lees over dit pad en zijn naam, tijdens de voorbereidingen van de reis. Zeker omdat ik ook lees dat er gelukkig een bus naar boven gaat en ik weet dat ik zal lopen, me soms afvragend waarom.
Het steile pad vraagt inderdaad om wat extra ademteugen in zijn klim naar boven.
Ik loop met een glimlach, terugdenkend aan het boek dat ik las, zittend op zitvlees, achter mijn bureau.
Het is rustig op dit pad, een regenverwachting heeft de better-safe-safe-than-sorry mensen verjaagd naar de bus.
De rust op de berg en een grijze, maar nog droge hemel is fijn en mooi.
Kleine, blauwe boskrabbetjes dansen op het pad.
Ik heb besloten er na de afdaling nog een klim achter aan te plakken, hoppa naar tempel 21.
Dit past precies in een dagetappe en ook net voor de voorspelde miezelregen, ergens later op de middag, begint-dus-wat-eerder-dan-verwacht.
De nieuwe gatenkaas-poncho verfrist, want laat alles door.
Gelukkig blijft het veilig op het zand en de rotsachtige ondergrond. De hoge eeuwenoude bomen beschermen het pad.
Na de aardbeving en tsunami, die 1 januari het midden van Japan raken, ben ik in gedachten weer even terug, bij deze vriendelijk mensen.
De bevolking leeft met groot natuurgeweld, zoals regelmatige aardbevingen, orkanen en tsunami’s.
Zo zie je in het landschap borden die mensen wijzen naar veilig gebied tijdens een tsunami.
Het is onvoorstelbaar, hoe dat is, als je zo moet leven.
In de eerste week van mijn Japanse wandelavontuur in oktober vorig jaar, zie ik het beeld van een naderende tornado op de Japanse weerwebsite. Hoppa, groot en recht op het eiland af. Het zal nog 5 dagen duren voor hij aankomt. Dus: een plan bedenken, dagelijks de website checken en fingers crossed dat ie afdraait. En ja hoor, dat doet ie.
Het is altijd puzzelen met het weer, de bewegwijzering, de wisselende zwaarte of de lichtheid van etappes.
Zo lopend on the road, met je rugzak, is het better-safe-than-sorry te zijn, maar wel doorgaan, als het volgens een realistische inschatting kan. Tenminste dat is hoe ik mijn tocht wil lopen. Doorgaan als het veilig is en kan en anders wachten of een andere, veiligere route gaan van A naar B.
Hoe je een dergelijke tocht wilt afleggen is iets dat je zelf van jezelf leert kennen als je onderweg bent, het kan veranderen en het is heel persoonlijk.
Er zijn veel mensen die de 88-tempelroute met de auto en bus gaan, omdat ze bijvoorbeeld weinig tijd hebben of lichamelijk beperkt zijn. Dat is hier heel normaal.
Het is grappig als je vies en bezweet bij een tempel aankomt en er stapt een pelgrim uit een auto die zijn nette witte pelgrimsjas aandoet, die nog naar wasverzachter met bloemetjes ruikt. Zelf ruik je dan al verschillende kilometers zeker niet meer naar bloemetjes.
Er zijn ook pelgrims die stukken overslaan, of niet wandelen bij slecht weer of minder mooie delen van de route. Soms, als er voldoende tijd is, blijven ze meerdere dagen op een fijne plaats.
Dat is prima, maar niet mijn ding.
Voor mij is het ook ok in de regen, tik tak vallen de druppels op de stammen van het bamboebos, er is rust op het wandelpad. Doorgaan, soms mopperend ook hoor, op asfalt, door de stad en industriegebied. De hele route en het liefst iedere dag het ritme van opstaan [(lekker vroeg) en gaan, soms mooi, soms wat saaier bij kilometers asfalt, of wat korter. En niet te lang hangen op een plek.
Bij de toegangspoort naar dit 21e tempelterrein staan twee kraanvogels.
Bij de tempel staat rechts nog het beeld van de kraanvogel in de schildering. De kraanvogel links heeft voor zijn vrije-vogel-vlucht gekozen, en vliegt linksboven al bijna van het schilderslinnen.
Dit is het 19e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op mixed media papier gewikkeld in geprepareerd textiel.
14,8 x 21 cm.
In dit gebouwtje wordt een groot, dik stuk koord met kwast bewaard. Hierin verweven, lange zwarte haren. Dit zijn de getuigen van een 19e eeuwse verhaal, dat zich bij deze tempel zou hebben afgespeeld.
Okyõ en haar geliefde Chõzõ bezoeken begin 19e eeuw deze tempel.
Okyõ is sinds kort weduwe. Het stel heeft namelijk haar man vermoord en is gevlucht, tot hier, de 19e tempel. Ze dragen witte pelgrims kleding en lopen de bekende 88-tempelroute.
In aanbidding voor de tempel, gebeurt er een ongeluk. De haren van Okyõ raken verstrengeld in het koord van de grote Waniguchi-klok. Ze wordt door de klok opgetild aan haar haren. Dit kan haar gewicht niet dragen. Ze raakt niet alleen haar haren, maar ook een stuk hoofdhuid kwijt tijdens haar val.
Als de priester op de kreten van het paar afkomt, bekennen zij hun daden. Zij bekeren zich natuurlijk en leven de rest van hun leven nabij Tatsue-ji, de 19e tempel.
Het is geen eenzijdig verhaal. Okyõ wordt als 7-jarige meisje als geisha verkocht, en later doorverkocht. Op 23-jarige leeftijd ontvlucht ze haar geisha bestaan en trouwt met de man die later wordt vermoord.
Haar haren, nog steeds verstrengeld in het koord van de tempelklok, zijn al meer dan 200 jaar te zien, in een klein gebouwtje op het tempelterrein.
De lange zwarte haren zijn verweven met het dikke gedraaide koord en verworden tot een vreemd object.
Dit is te zien achter het geroosterde raampje in het tempelgebouw én in de achtergrond van het 19e deel in de serie “Dreams of Shikoku”.
Delfts blauwe puzzelstukjes in een atelier. Een deel van de 88 “Dreams of Shikoku”.
Dit is het 18e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op geprepareerd, ruw textiel.
14,8 x 21 cm.
Een grote boom bij de poort die naar de 18e tempel Onzanji leidt, is het onderwerp van de schildering en de inleiding voor dit verhaal.
De boom zou door Kōbō Daishi zijn gepland om zijn moeder te verwelkomen.
Vrouwen zijn honderden jaren geleden niet welkom bij deze tempel op de heilige berg, ook niet de moeder van de bekende monnik Kōbō Daishi,
Na een ritueel van 17 dagen, mag ze eindelijk de tempel in. Aan de hand van haar zoon beklimt zij de trap naar boven.
Volgens de legende is zij de eerste, de tempel is vanaf dan ook toegankelijk voor vrouwen.
Kobo Daichi’s moeder scheert haar hoofd en blijft, als non, de rest van haar leven hier.
En ook nu, lang na haar overlijden, verblijft zij misschien nog ergens op de tempelgronden.
In 1954 kent de het prefectuur Tokushima de boom de status van Natuurmonument toe.
Dit is het 17e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op Kentô papier uit Matsuyama, Shikoku, Japan.
14,8 x 21 cm.
Idoji is de 17e van de 88 tempels. De naam Idoji betekent: de tempel van de bron.
Honderden jaren geleden was er geen water in de nabije omgeving van het tempelterrein. Hierop besluit de bekende monnik Kōbō Daishi de lokale bevolking te helpen. Hij graaft in slechts één nacht een bron.
Voor het graafwerk gebruikt de monnik zijn Shakujõ: de staf van een reizende priester. Deze staf is versierd met ringen, die een klingelend geluid maken tijdens zijn wandeling. Een geluid dat onder andere slangen verjaagt.
Het herinnert mij aan de pelgrimsstaf die wordt gedragen door reizigers naar Santiago. Een staf die steun biedt bij het dalen en klimmen van een berg, maar ook wilde honden kan verjagen als je ermee op de grond tikt.
De wilde honden zie ik niet vaak op wandeltochten. De uitzondering bevestigt echter de regel in 2021. In Spanje loop ik dan van Sevilla naar Noord-Spanje, een deel van de bijzondere Via de la Plata. Een lange solitaire pelgrimage.
Bij het passeren van een boomgaard valt mijn oog op een hond in een bekende gehurkte houding. Hij is niet geamuseerd dat ik hem betrap op dit prive-momentje en stormt tussen de bomen op mij af.
Het tikken met mijn stok blijkt weinig zinvol om de losgeslagen hond te verjagen. Maar ik wil hem liever ook niet op zijn kop of lijf slaan. De gehele lengte van de stok gebruik ik om hem op afstand te houden, terwijl hij met opgetrokken lippen hier langs probeert te komen om mij aan te vallen. Gevangen in deze bijzondere situatie schuifel ik voorzichtig achteruit, samen met mijn woeste gezel, stapje voor stapje, steeds verder van de boomgaard.
Na wat een uur lijkt, neemt hij steeds meer afstand. Het lukt hem niet om mij te grijpen.
Dit is een uitzonderlijke, hondse situatie.
Meer bijzonder en bijzonder plezierig zijn de ontmoetingen met “pelgrimshonden” tijdens lange afstandwandelingen door Frankrijk en Spanje. Deze vriendelijke, loslopende honden lopen graag een stukje mee tijdens wandelingen. Soms vinden ze het fijn een aai te krijgen, maar vaak lopen ze gewoon vrolijk een klein stukje mee.
Het kan dan zomaar gebeuren dat je na enige afstand een affiche ziet met een foto van de desbetreffende hond en de vraag te bellen of hem bij de affiche achter te laten. Dit omdat de hond zo blij is dat hij ondoordacht soms ook tientallen kilometers mee loopt en dan niet meer thuis weet te komen.
Een van deze behulpzame honden ontmoet ik in 2015, op een dag dat ik geblesseerd raak en al met pijn mijn wandeling begin.
Het is een klein logement in Frankrijk, waar een pelgrimshond samen met mij aan de dag begint. Fijn dat de hond meeloopt, met mij en mijn, nu dus minder, pijnlijk been. Na een aantal kilometers bereikten we samen de voet van een berg, waar een vrij steile klim wacht.
De hond stopt hier, kijkt me aan en keert om.
De 88 pelgrimsroute kent zijn eigen dierlijke uitdagingen.
De Japanse pelgrimsstaf heeft een gestoffeerd uiteinde en één bel.
Het is een fijne gedachte dat deze staf, naast zijn hulp bij het klimmen en dalen op de bergen, ook de slangen op het pad verjaagt.
In de schildering is het kleine gebouw op tempelterrein van tempel 17 te zien. In dit gebouw is de bron te vinden, die Kobo Daichi volgens de legende graaft.
Als de bezoeker in de diepte van de put kijkt en zichzelf ziet, brengt dit geluk. (Het tegenovergestelde betekent dat ongeluk zich binnen enkele jaren meldt).
De bron draagt de naam Omokage-no-ido: De bron van de weerspiegeling.
Gisteren ontgipst, yes! Een volgende stap op weg naar herstel en terugkeer naar Japan, verder plannen en dromen in Delfts blauw.
Het 16e deel van “Dreams of Shikoku” is geschilderd en getekend op papier van de Middelste Molen. In dit papier is olifantenpoep verwerkt.
14,8 x 21 cm.
Het kleine gebouw in de schildering staat op het tempelterrein bij tempel 16. Het vuur is een creatieve interpretatie en link naar de volgende tempel legende.
Dit verhaal speelt zich af in de 19e eeuw. Het gaat over Shiyo, a.k.a. de brandende vrouw.
Zij bezoekt met haar vrienden deze zestiende tempel.
Na een regenachtige dag rusten ze uit bij het vuur en drogen hier hun kleding. Het vest dat Shiyo draagt, vliegt echter in brand. Gelukkig overleeft zij dit vurige gebeuren.
Volgens de verschillende versies van de legende geheel onbeschadigd, ternauwernood of met veel verwondingen.
Zelf ziet zij dit als een teken of straf voor de manier waarop zij haar schoonmoeder behandelt.
Na deze confronterende gebeurtenis krijgt ze spijt en ze bekeert zich.
Een terugkerend thema in de verhalen en legenden van de 88 tempelroute is bestraffing. Zo ook bij deze tempel. Shiyo’s bestraffing en vervolgens inkeer.
Waarom zij volgens de legende in eerste instantie haar schoonmoeder martelt en met brandende stokken slaat, is niet bekend. En misschien ook niet nodig.
Er zijn weinig excuses voor dergelijk gedrag.
Of zij als bestraffing vervolgens in brand moet vliegen is natuurlijk ook de vraag…. Het valt in de categorie oog om oog, tand om tand, etc.
Desalniettemin, de les hier lijkt te zijn dat het niet ok is om je schoonmoeder te martelen.
Dit is het vijftiende deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op geribbeld karton uit Matsuyama, Shikoku, Japan.
14,8 x 21 cm.
Awa Kokubunji, de 15e tempel, is van oorsprong opgericht als de officiële tempel van de regio Awa op het eiland. Ooit behoorde de tempel tot een van de 66 grootste tempels van Japan.
Hier zou de legendarische Ususama-myõõ te vinden zijn, niet voor mij dus. Deze Ususama-myõõ is herkenbaar door zijn woeste gezicht, vele armen en vlammen op de rug. Hij zou met zijn vlammen alle kwade geesten kunnen vernietigen.
Deze licht ontvlambare God is onder andere terug te vinden op een Japanse amulet, een o-fuda genoemd.
De amulet kan thuis op de muur van de badkamer of de wc worden gehangen.
De God Ususama-myõõ verjaagd namelijk niet alleen de geesten van het kwaad, maar ook vuil en viezigheid.
Het toilet wordt soms ook wel de Meneer nummer 15 genoemd. Een verwijzing naar deze vijftiende tempel en Ususama-myõõ, de toiletgod.
Japanse toiletten zijn superschoon en op veel plaatsen langs de 99-tempelroute te vinden.
Iedere tempel heeft een eigen toiletgebouw, er zijn schone openbare toiletten en kleine supermarkten met toiletten.
In de grotere toiletgebouwen zijn er naast de automatische wc’s, ook hurktoiletten, zoals ook in bv Baskenland.
Het Japanse volautomatische toiletbezoek is een bijzondere ervaring.
Na het openen van de toiletdeur staan er twee mooie toiletsloffen te wachten, soms versierd met een tekst of afbeelding van bijvoorbeeld een toiletpot.
Deze geautomatiseerde toiletten hebben een hoeveelheid aan opties waar je stil van wordt. Ieder bezoek is een nieuwe verrassing. Zo ontdekte ik onder andere: toiletbrilverwarming, een wc-potdeksel dat automatisch opengaat als je het toilet betreed, blauw licht in de toiletpot, geluid van klaterende beekjes tijdens de toiletactiviteit. (Naar horen zeggen voor het verbergen van geluiden.)
En ook als een toilet niet volautomatisch is, hangen er onbruikbare kastjes met bediening en dingetjes, om het een moderne look te geven.
De primitieve omstandigheden, soms een onderdeel van lange afstandswandelingen, zijn er wat betreft toilettering, vrijwel niet in Japan.
Naast al deze bijzondere eigenschappen en zijn waardering als toiletGod, wordt Ususama-myõõ ook aanbeden voor een gemakkelijke bevalling.
De schildering is geïnspireerd door Ususama-myõõ, maar in een vrijgevochten vorm met traditionele elementen uitgevoerd.
Dit is het 14e deel in de serie “Dreams of Shikoku”. Het is getekend en geschilderd op verkreukeld, verhard en geprepareerd textiel.
14,8 x 21 cm.
De 14e tempel heet Jõrakuji. Het is de tempel van de eeuwigdurende vrede.
De tempel wordt beschermd door de takken van een 10 meter hoge boom. Het hart van de boom wordt gevormd door de glimlach van een Boeddhabeeld. Hij begroet de bezoekers aan de tempel.
Bij deze tempel en ook bij het beeld in de boom wordt gebeden voor gezondheid en genezing.
De rotsachtige tempeltuin bestaat uit door mooi gevormde stenen. Zij vormen en vullen de onregelmatige tempelgronden. De rotsen hebben een bijzondere tekening.
De tuin wordt dan ook Ryusuigan no niwa genoemd: de tuin van de stromend water rotsen.
In de schildering is op de voorgrond de rotsachtige ondergrond te zien. In de achtergrond een tempel en een deel van de boom met het Boeddhabeeld.
Dit is het dertiende deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op mixed media papier gewikkeld in geprepareerd textiel.
14,8 x 21 cm.
Van oorsprong is deze dertiende tempel een Shintõ heiligdom. Maar nu niet meer. Het heiligdom werd een boeddhistische tempel en is zelf naar de overkant van de straat verhuisd. Het is dus niet de tempel, maar het heiligdom aan de overkant dat de inspiratie is voor deze schildering.
De twee verschillende godsdiensten zijn vaker goede buren van elkaar. Boeddhisme en shintoïsme kunnen naast en met elkaar bestaan. In overtuiging en in de praktijk beleven veel Japanners beide religies. Een voorbeeld van hoe het ook kan.
Net voor aankomst bij de dertiende tempel, loop ik bezweet, stoffig, kortom goor en moe de laatste kilometers. Ik ben al vanaf zeven uur ‘s-morgens onderweg, van plan pas bij de tempel te lunchen op een bankje. Maar het is eigenlijk al voorbij lunchtijd.
Plots roept een man mij toe vanuit een woning aan de straatkant. Kom, kom, roept hij, denk ik dan…Hij neemt mijn wandelstok aan en gebaart te zitten in het voorportaaltje van zijn woning, waar ik mijn schoenen aan mag houden.
Daar zit ik dan.
Hij rommelt wat in een kamer en komt aan met koud water, thee, schaaltjes met hapjes..en na een ping met meer warme hapjes. Heel blij zit ik daar. En praten we met google translate als verbinding.
Het is niet voor het eerst dat dit gebeurt.
Dit zijn Osatte’s: de koude drankjes met ijsklontjes bij eenvoudige huizen op hete dagen, de mandarijnen die mij worden toegestoken door passerende Japanners.
Osatte’s zijn Japanse geschenken, voor pelgrims onderweg.
Aan de muur van deze gastvrije heer hangen briefjes in allerlei talen. Het zijn de dankwoorden van andere pelgrims. Ik schrijf er ook een. Ik vertaal het voor hem en tranen verschijnen ook in zijn ogen.
Wederom duikt hij naar achteren met het door mij gebruikte theekopje. Ingepakt komt het terug, voor in mijn rugzak. Geen idee hoe dit goed kan gaan. Dit kwetsbare kopje in een strak gepakte, zware rugzak, nog 75 tempels te gaan. Maar ik kan het niet weigeren.
Na mijn tussentijdse terugkomst in Nederland, pak ik het kopje uit mijn rugzak. Het is nog heel en glimlacht nu soms in een voorbijgaande droom over Shikoku.
Even iets anders in Delfts blauw...
14 December worden water en land gescheiden door de hand van de gipsmeester.
“Ik vlucht –
in de vacht van een kat.
Spinnend –
gaan wij kopje onder in Wintergloed thee –
vers gezet.
Van herfst naar winter
dwarrelt het roodbonte blad
mijn raam voorbij.
Een zachte zonnestraal
danst even mee –
tot diep in mijn herinnering
aan warme tijden.
Mijn penseel
strijkt
in koude kleuren.
Vingers stramverslagen
na enkele strelingen
van verf op papier
weer soepel en vrij.
Daar komen de dromen
witte voetstappen
op heilige bergen.
Wandelstokken
die al honderden jaren rinkelen
de wind maakt muziek in het bamboebos.
Vlinderslagen
zo groot als mijn hand.
Wind buiten het raam –
roodbont blad en bamboemuziek.
Mijn penseel gaat weer terug naar Japan.”
Dit is het twaalfde deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is getekend en geschilderd op papier van de Middelste Molen. In dit papier is sinaasappel verwerkt.
14,8 x 21 cm.
Shōsan ji is de tempel van de brandende berg. Het is de twaalfde van de 88 tempels.
De tempel is gebouwd op een hoogte van 800 meter op de helling van een heilige berg.
Het is een van de zes gevaarlijkste plaatsen op de 88 tempelroute en een van de meest uitdagende bergroutes om te voet te gaan.
Deze eerste echte klim op de route is zwaar en magisch. Terug op de berg ben ik weer thuis. De wind, steeds dichter bij de top, tilt mij op en geeft mij vleugels. Samen klimmen wij steeds hoger.
Het is hier, op dit punt van de route dat ik los laat en volledig vrij ben.
Alleen, maar niet eenzaam, hier te lopen. Een met deze indrukwekkende natuur, de vergezichten, eeuwenoude bomen en nog oudere rotsen waar zovelen voor mij het pad vormen dat ik nu ook mag lopen.
Nu de wind dat meeneemt wat hier niet meer nodig is, is er dankbaarheid, rust, en kracht.
Nieuwe ideeën, schilderingen en haiku’s, dwarrelen voorbij.
Sommigen mogen blijven, zoals deze haiku:
adembenemend
pad dat slechts pad is – en meer –
klimmen naar de top
De legendarische draak die op deze heilige berg leefde ontvlamt opnieuw mijn vuur voor de bergen, tijdens deze eerste klim.
De legendarische bergbrand bij Shōsan ji, honderden jaren geleden, wordt veroorzaakt door een draak die op de berg leeft. Zijn aanwezigheid en met name zijn pyromane neigingen, veroorzaken problemen voor de lokale bevolking.
Gelukkig is daar de legendarische monnik Kōbō Daishi. Hij reinigt zich in de rivier en loopt tijdens het reciteren van sutra’s, de berg op. Het berg vuur dooft op zijn pad.
De draak wordt opgesloten in een grot.
het steile berg pad
naar de top van Shōzanji –
de berggeest loopt mee
Achter de tempelpoort staan vele hoge ceders. Ze zijn zo’n 400 tot 500 jaar oud. Hun enorme hoogte en de dikte van hun stam zijn niet te bevatten.
Het prefectuur Tokushima, de regio die het eerste deel van de route omvat, heeft hun de de titel van Natuurlijke monument verleend.
Een deel van de ceders schilderde ik op dit sinaasappelpapier.
In de verte schemert de poort naar het tempelterrein tussen de bomen. Enkele pelgrims of bezoekers komen net aan of rusten uit.
(De haiku’s schreef ik tijdens de beklimming van de berg)
Dit is het elfde deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd en getekend op Taktshang papier. Een handgeschepte papiersoort uit de Himalaya.
14,8 x 21 cm.
Deze schildering is gebaseerd op de tempel met de naam Fuji-dera. Dit betekent: bron van blauwe regen. De tempel is bekend door de vele blauwe regen die net na de toegangspoort naar het tempelterrein groeit.
In de herfst, die in andere mooie kleuren zijn seizoen viert, verbergt de blauwe regen zijn kleur. Het is in deze periode van het jaar dat ik de tempel bezoek.
De 88 tempelgebouwen zijn meestal van hout gebouwd. Hoewel hun ontstaan eeuwenoud is, zijn de tempels soms verschillende keren opnieuw gebouwd. De gebouwen kunnen niet altijd het vuur, de insecten en de oorlog weerstaan.
Aan het einde van de 16e eeuw breekt er ook in deze tempel brand uit.
In de tempel staat dan een waardevol beeld uit de negende eeuw. Dit houten boeddhabeeld weet gelukkig aan het vuur te ontkomen.
Het rolt onbeschadigd naar beneden, een kloof in en wordt daar gered.
Sinds deze gebeurtenis staat deze tempel bekend om het afzweren van tegenspoed.
Dit is het tiende deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is getekend en geschilderd op verhard en geprepareerd textiel.
14,8 x 21 cm.
Ergens naast de 10e tempel vangt een verstild plaatsje mijn blik. Hier schijnt de zon net door de bomen en verlicht kleine gebouwtjes. Het lijken wel Japanse bijenkorven.
Een tuinvrouw met witte handschoenen en een hoed met een voile, tegen de bijen of de muggen, veegt met een takkenbezem, het door zon belichte plaatsje. De tijd staat stil.
Het is dichtbij deze tempel dat de legendarische monnik Kōbō Daishi, honderden jaren geleden, een jonge vrouw ontmoet. In een van de vervallen huisjes aan de voet van de Awa bergen, is een jonge weefster aan het werk.
Kōbō Daishi vraagt haar om een stukje doek, voor de reparatie van zijn versleten pij. Zij geeft hem vervolgens een heel groot, fijn geweven stuk. Meer dan waar hij om vroeg. Op zijn vraag waarom? antwoordt zij, dat ze slechts hoopt dat hij hier blij mee is.
Ze vertelt hem ook over haar tragische leven. Een vader, die nog voor haar geboorte wordt verbannen. Een moeder die bidt voor een dochter, want als ze een zoon krijgt, wordt deze gedood.
Haar moeder leeft niet meer en ze heeft weinig verwachtingen voor de toekomst. Ze zou graag non worden.
Kōbō Daishi vervult haar wens en voert een ceremonie uit. Meteen wordt ze verlicht en verandert vervolgens in een beeld.
Kannon Bosatsu fo Senju Kannon is een boeddha in een vrouwelijke verschijningsvorm. Het is een Godin van Genade, in de vorm van een beeld. Dit 9e eeuwse beeld zou op dit terrein worden bewaard. Niet altijd zijn deze beelden zichtbaar voor het publiek, maar worden zij in afzondering gekoesterd.
Deze tempel is met name populair bij vrouwelijke gelovigen, die de 330 treden naar de tempel op de berg beklimmen.
Na dit verstilde gebeuren ga ik op zoek naar de bevestiging van mijn bezoek.
In een apart gebouw wordt bij iedere tempel, met mooie lakstempels, gestempeld in een pelgrimsboek. Met Japanse inkt en penseel wordt hier vervolgens deels overheen geschilderd.
Met een Japanse pelgrim wacht ik bij het lege stempel gebouw. De bel lijkt niet te werken.
Na twee keer bellen, krijg ik spijt. Een oude vrouw verschijnt, en loopt traag met haar rug in een hoek van 90 graden naar haar kussentje.
Zou zij iedere dag al die treden op en af gaan om de tempel te bereiken?
In stilte en met respect, overhandig ik haar mijn pelgrimsboek en het symbolische bedrag van 300 yen.
Ongeveer een tiende van de serie “Dreams of Shikoku” is klaar. Er staan nieuwe ideeën in de startblokken en veel schilderingen zijn in Progress. En nog 79 te gaan!
Dit is het negende deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. Het is geschilderd op mixed media papier, geprepareerd met gedroogd blad.
14,8 x 21 cm.
Als je via het de poort een tempelterrein betreedt staat er als eerste een waterbekken, zoals deze bij de negende tempel (zie schildering).
Onder een klein afdak, spuwt een draak water in plaats van vuur.
Grote metalen lepels wachten bij het stromende water op de pelgrims die de tempel bezoeken. Een bezoek aan het water is het eerste ritueel op het tempelterrein.
Een lepel gevuld met dit water wordt over de vingertoppen van beide handen geschonken, dan de palmen en als laatste de mond.
Het is een reinigingsritueel. Hierna betreedt de pelgrim schoon het terrein, voor een vervolg van zijn bezoek en rituelen.
De viezigheid van zweet en stof na een lange wandeling of klim tot de tempel, wordt niet gereinigd, maar blijft of wordt erger, tot aan een overnachtingsplek.
De douche of het bad na aankomst bij een logement is altijd super fijn.
Het baden functioneert anders in Japan.
Een badkamer heeft zijn eigen sloffen, zoals er voor veel ruimtes eigen slofjes zijn voor algemeen gebruik. Bij aankomst in en Japans logement gaan dan ook als eerste de schoenen uit. Daarna mag je de zachte binnen slofjes aan doen, die worden gedragen in de meeste leefruimtes, Echter het toilet heeft zijn eigen toilet sloffen en er zijn aparte poets sloffen en ook plastic sloffen voor een kort bezoek aan buiten.
Na het aan- en uitdoen van verschillende soorten slofjes is dan uiteindelijk het was moment aangebroken.
Gezeten op een krukje, met een dun handdoekje/ soort washandje en een teiltje water. Daarna is het, als schone mens, soms mogelijk plaats te nemen in een gloeiend heet bad. Voor 10-20 minuutjes. Echt veel langer is niet mogelijk!
Een badkamer xxl wordt in Japan een onsen genoemd. Het is een badhuis, te vinden bij onder andere hotels of warmwaterbronnen. De onsen kent een vergelijkbaar ritueel. Maar het bad is groter en je deelt dit met anderen. Tatoeages zijn verboden (dus verborgen achter pleisters).
Een onsen is met name fijn kort voor het slapen. Het hele lichaam ontspant na een lange wandeling. En je slaapt als blok beton.
Dit is het achtste deel uit de serie “Dreams of Shikoku”. De drakenboom is geschilderd op linnen.
6,5 x 8,8 cm.
De achtste van de 88 tempels draagt de naam Kumadan ji: de tempel van de beren vallei. (Geen beren gezien trouwens.)
De drakenboom
In een tuin bij het verblijf voor de priesters staat een bijzondere pijnboom, zo schrijft Mayumi Banzai in 1973. Ze bewondert de boom met zijn mooie bonsai-achtige uiterlijk. Eén van de bomen die voor een tempelgebouw staat, zou de door Mayumi genoemde boom kunnen zijn. Zijn ronde, vloeiende vormen, doen denken een gekrulde Japanse draak. Het hoofd is naar vrije interpretatie.
De pijnboom komt veel voor in Japan, in bijvoorbeeld parken, tuinen en ook bij tempels. Ze zijn soms in bijzondere vormen gesnoeid.
De bekende Japanse dichter Bashō schreef in de 17e eeuw al over de schoonheid van de pijnboom, zoals in de volgende haiku:
de pijnboom van Karasaki –
nog waziger
dan de kersenbloesems
Weer terug in Nederland is er goed nieuws. Er is besloten niet te opereren. Mijn enkel en onderbeen worden voor 5 weken ingepakt in gips.
Onder begeleiding van Monique van Praktijk Namasté rust en werk ik aan mijn herstel.
En schilder ik verder aan Dreams of Shikoku!
Dit is het zevende deel.
Het is geschilderd op geprepareerd en verhard textiel.
14,8 x 21 cm.
Oyako-matsu, de ouder-kindboom.
Echter…ergens langs het pad tussen tempel 2 en 3 staat de gigantische, eeuwenoude boom in deze schildering. De enorme boom lijkt uit twee delen te bestaan.
Via een trap naast de boom betreedt je de tuin die hem omringd.
Een in wit geklede pelgrim zet zijn voet net op de trede.
Stap je mee de schildering in?
In het werk dat ik in 2022 maakte, vormen ouder en kind samen één grillige boom.
Info: https://muralmania.nl/blog/oyako-matsu/ )
Rechts in deze boom schijnt een doorzichtige lichte bol. Dit symboliseert een licht dat late tempelbezoekers welkom heet. Zij komen voor het dansfeest Awa-Odori, een lokale dans en bijbehorend feest.
Dit is het zesde deel uit de serie “Dreams of Shikoku”.
Het is geschilderd op mixed media papier.
14,8 x 21 cm.
Sakasa-matsu, de ondersteboven boom
In slechts één boek vind ik het verhaal over sakasa-matsu terug. In 815 denkt een jager dat Kōbō Daishi, de bekende monnik, een wild varken is. En beschiet hem met pijl en boog.
Gelukkig mist hij en raakte slechts de tak van een pijnboom.
Hierop vraagt Kōbō Daishi hem, de tak ondersteboven in de aarde te planten.
De plant schiet ondersteboven wortel en groeit op tot een grote boom.
Er bestaat een andere boomsoort die de ondersteboven boom wordt genoemd. Dit naar de kruin van de boom, die op een wortelstelsel lijkt
Het is de Baobab ook wel bekend als de apenbroodboom. De vruchten van de boom worden door apen gegeten.
De boom groeit in warme en droge gebieden en niet in dit meer vochtige klimaat.
Op het tempelterrein staat geen grote ondersteboven boom. Wel een kleine, bijzondere, vreemdgevormde boom. Onderdeel van een tuin voor één van kleinere gebouwen op het terrein.
Lichte en donkere stenen in de tuin, voeren het oog via een kiezelpad naar achteren. Hier staat rechts voor het gebouwtje, een kleine boom met vreemde vormen.
Wellicht is het een nakomeling van Sakasa-matsu
Hoe de reis in Japan on hold staat, maar “Dreams of Shikoku” doorgaat.
Op een mooie dag, terwijl de herfst zijn kleuren schildert op de bomen, loopt een vrouw alleen de berg af.
Zij bezocht zojuist tempel 45. Gelegen op een berg waar de paden steil zijn en versiert met rotsen en boomwortels. De locatie van deze plaats staat bekend als ‘nansho’: moeilijk. Op deze plaats leeft meer dan 1000 jaar geleden Hokke-sennin, de vrouwelijke kluizenaar. Eerder maakte ik een werk geïnspireerd door haar leven. De basis van dit werk is een juten samue, een eenvoudig japans kledingstuk. Info: https://muralmania.nl/blog/samue-voor-hokke-sennin/
(zie afb.)
Op deze bergen is het altijd alert lopen, met de ogen gericht op het onregelmatige pad, met her en der een slang om te vermijden.
En afwisselend ook de ogen vooruit. Omdat het uitzicht onbeschrijfelijk mooi is en omdat de spinnen xxxl graag pelgrims vangen op het pad.
Het is hier, op zo’n pad, dat deze pelgrim tijdens een steile afdaling onderuit gaat op de rulle ondergrond. Haar enkel kraakt tijdens haar val. Het voelt meteen mis.
Gelukkig is de overnachtingsplek slechts 1,5 kilometer verder. Met behulp van haar pelgrimsstok zet ze een trage afdaling door, met een gebroken kuitbeen. Ze bereikt uiteindelijk het logement.
Ziekenhuizen sluiten in het weekend, maar ze kan toch de dag erna in de grote stad terecht voor onderzoek en röntgenfoto. Haar vermoeden wordt bevestigd. Haar kuitbeen is gebroken en moet ook op korte termijn geopereerd worden.
De tocht in Japan is dus even on hold, voor deze pelgrim, maar Dreams of Shikoku niet.
De komende maanden zal ik verder schilderen aan de serie Dreams of Shikoku, tot en met tempel 45. De verhalen en schilderingen van de 88 tempelroute gaan dus wel verder op reis.
Tijdens de komende periode is er rust voor het herstel van mijn gebroken been.
In de lente of herfst van 2024 keer ik terug naar Japan voor het laatste deel van de 88-tempelroute en het laatste deel van Dreams of Shikoku.
Tot weerziens, mooi en woest land, met zijn vriendelijke en behulpzame mensen. Bedankt voor alles.
Het vijfde deel uit de serie “Dreams of Shikoku” is geschilderd op geprepareerd katoenen doek.
16,6 x 9,3 cm.
Op het tempelterrein bij de vijfde tempel is dit gebouw en de hier bij passende gestileerde boom te vinden. De tempels op de 88 Tempelroute staan niet op zichzelf, maar worden omringd door gebouwen en prachtige tuinen. In de tuinen staan soms eeuwenoude, reusachtige bomen en bomen die, zoals ook hier links, in gestileerde vormen zijn gesnoeid, soms zorgvuldig ondersteunt met een ingenieus takkensysteem. Ze vormen onderdeel van een zorgvuldig gecomponeerde tuin, waarbij planten, en ook onderdelen als mos, stenen en water, een belangrijk onderdeel vormen.
Het tempelterrein bestaat verder uit diverse gebouwen, waarbij de Hondo, meestal het grootste gebouw is. Hier wordt het belangrijkste beeld bewaard. De terreinen zijn rustig, afgescheiden van het dagelijkse leven. En als je door de poort het bewierookte terrein opstapt , betreed je een andere wereld.
Eerder schilderde ik een andere boom voor de vijfde tempel: Tarachine Ichô. Een oude, Japanse notenboom, een ginkgo.
Info: Tarachine ichō / Dreams of Shikoku / 5
https://muralmania.nl/blog/tarachine-icho/
Dit vierde deel uit de serie “Dreams of Shikoku” is onderweg geschilderd op geprepareerd stof.
14,8 x 21 cm.
In de toegangspoorten naar het tempelterrein van de 88 tempels, zijn steeds twee grote beelden geplaatst. Het zijn de tempelwachters, Niō genoemd. Van deze minder vriendelijke figuren wordt verwacht dat zij het kwaad buiten de deur houden. Deze schildering is geïnspireerd door een van de wachters van tempel 6
Dit ter illustratie voor het volgende volksverhaal over demonen, rijstcake en de vierde tempel.
In het dorpje waar de vierde tempel staar, leefde de jonge weduwe Haruno. Haar man was onlangs jong overleden.
Op een ochtend, kort hierna, komen er drie demonen, een rode, een zwarte en een blauwe aan haar deur.
Zij vertellen de weduwe dat haar man na zijn overlijden in de hel is beland. Zij kan dit afkopen, met het geld dat hij haar naliet.
Haruno bedenkt vervolgens dat dit het moment is om deze vreemde gasten eten aan te bieden: rijstcake, gekregen van haar schoonbroer.
De demonen proppen zich vol cake, met een verrassend resultaat: na een bloederig tafereel overlijden ze alledrie.
Haar schoonbroer blijkt de rijst te hebben vergiftigd en wordt samen met zijn vrouw verbannen.
De drie demonen blijken geen demonen, maar hebberige priesters, die wisten van het geld.
Voor Haruno krijgt deze gebeurtenis een min of meer goed einde. En ook voor de generaties, na haar.
Het derde deel uit de serie “Dreams of Shikoku” is geschilderd en getekend op papier van de Middelste Molen. In dit papier zijn verschillende natuurlijke materialen verwerkt.
8,6 x 14,8 cm.
Benkei-ishi
De derde tempel werd in de 16e eeuw tijdens gevechten verwoest. Het is in deze periode dat generaal Yoshitsune en de priester, tevens krijger, Benkei even wilden uitrusten bij deze tempel. Yoshitsune vraagt Benkei vervolgens de steen op te tillen om zijn kracht te bewijzen. Hij tilt de steen van 1000 kilo hoog in de lucht.
Deze legendarische steen wordt nu bewaard in de achtertuin van een nieuwe editie van de derde tempel.
De steen draagt de naam Benkei-ishi oftewel de steen van Benkei.
Dit tweede deel uit de “Dreams of Shikoku” is onderweg geschilderd op geprepareerd juten.
14,8 x 21 cm.
Het uitgangspunt voor deze schildering is een van de bijzondere plaatsen uit de tuin bij de tweede tempel, Gokurakuji.
Deze tuin wordt: Het zuivere land op een wolkenveld of Unkai no Jōdo genoemd. In Japan dragen bijzondere delen natuur vaak mooie namen. Deze droomtuin wordt aan drie zijden beschermd door de bergen. Een boom uit deze tuin schilderde ik voorafgaand aan de tocht. Dit binnenkort…
Het eerste deel uit de serie is onderweg geschilderd op handgeschept papier.
14,8 x 21 cm.
Geinspireerd door de poort bij de eerste van de 88 tempels.
Volgens de legenden is deze tempel met de naam Ryōzen-ji oorspronkelijk in de 8e eeuw gesticht. (Ji of -ji betekent trouwens tempel) door Gyōki of Gyōgi. Die hier een kluizenaarscel maakt als eerste religieuze bouwwerk.
Dat zal een eenvoudig gebouwtje zijn geweest. Totaal anders dan hoe de tempelterreinen van Shikoku er nu uitzien. Met meerdere gebouwen, tempel, poort, gebouw waar je als pelgrim je stempels en kalligrafische bevestiging kunt halen en het toiletgebouw inclusief de hypermoderne electronische Japanse toiletten. Het begint met een eenvoudig, gebouw, met een eerste stap onder een poort door, met een eerste schildering on the road.
De eerste delen uit de serie “Dreams of Shikoku” zijn in 2022 gerealiseerd. (zie afb. en begeleidend verhaal Tarachine Ichô)
Een tweede serie “Dreams of Shikoku” schilder ik tijdens mijn wandeltocht in Japan en na terugkomst in Nederland.
Als voorbereiding voor deze 88-delige Japanse puzzel heb ik inmiddels 37 verschillende soorten dragers geprepareerd zoals linnen, katoen, juten en papier met een grootte van 15 x 21 cm. of kleiner. (zie 2e foto als voorbeeld)
Naast een deel van deze materialen gaat er ook een kleine, deels Japans georiënteerde reiskit mee voor de uitvoering van Dreams of Shikoku (zie 3e foto).
Op zoek naar deze legenden vertrek ik 30 september naar Japan om de ca. 1150 km. tempelroute te lopen en te schilderen. Ik ben dan ca. 1,5-2 maanden onderweg. (Zie afbeelding 4)
Tijdens mijn reis publiceer ik regelmatig een van de verhalen op de route, met een bijbehorende schildering. Deze vind je op deze pagina en mijn Social Media.
Na terugkomst in Nederland (november 2023) vervolgd “Dreams of Shikoku”. In het voorjaar van 2024 loop ik het tweede deel van de route.
Medio 2024 vallen de 88 puzzelstukjes op hun plaats…
Dreams of Shikoku 2022:
Tarachine ichō / Dreams of Shikoku /
“Tarachine Ichô ontwaakt en rekt zich uit. Zijn slanke takken reiken hoog, naar de zachte wolken in de lucht. Hij draagt een gouden zon als aureool.
Dit is een Japanse notenboom, een ginkgo, met de naam Tarachine Ichô.
De boom is veel te vinden bij Shintō heiligdommen. Een ginkgo staat in Japan bekend als de verblijfplaats van heilige geesten.
Tarachine Ichô, zou 800 jaar oud zijn. Maar staat nog midden in het leven, met vele pelgrims die komen en gaan. Zij bidden hier voor ook een lang leven.
Dit type notenboom kan heel oud worden, ook in Nederland, waar een aantal eeuwenoude exemplaren te vinden zijn.
Deze ginkgo staat bij de 5e van de 88 tempels op deze route.”
Schildering “on the road”
In het Brachterwald
Handgeschept papier, acryl en inkt
15 x 22 cm.
Reisset voor onderweg
Voorbereidingen voor ‘Dreams of Shikoku”2023